Batata

  • 1 kg aardappels

Saus

  • 1 ui
  • 1 teentje knoflook
  • 1 el zonnebloemolie
  • 1 steranijs
  • 200 g pindakaas
  • 200 ml water
  • 1 tl mosterd
  • 0.5 el ketchup
  • 1 el suiker
  • 1 mespunt trassi (toko)

    Saté

    • 500 g halskarbonades (niet te dun gesneden)

 

 

Laat de satéprikkers circa 1 uur van tevoren weken in een glas water.

Batata
Verwarm de frituurpan voor op 140 ºC.
Snijd de aardappels in partjes, was het zetmeel eraf en dep de aardappels goed droog.
Frituur de aardappels circa 5 minuten in de hete olie. Let er op dat ze nog niet kleuren.
Haal de aardappels uit de frituur en laat ze goed afkoelen.
Zet de frituurpan op 180 ºC en frituur de aardappels in circa 3 minuten goudbruin en krokant. Laat uitlekken op keukenpapier.

Saus
Pel en snipper de ui. Pel en hak de knoflook.
Verhit een scheut olie in een pan en fruit de ui, knoflook en steranijs circa 2 minuten.
Voeg de pindakaas, water, mosterd, ketchup, suiker en de trassi toe aan de pan en roer tot een gladde saus. Breng de saus een de kook en laat circa 8 minuten op laag vuur sudderen. Verwijder de steranijs.

Saté
Verwarm de oven voor op de grillstand.
Snijd het vlees in blokjes van circa 3 bij 3 centimeter. Bestrooi het vlees met een beetje zout en versgemalen peper. Rijg de vleesblokjes aan de satéprikkers. Leg de saté op een bakplaat bekleed met aluminiumfolie. Gril het vlees circa 12 minuten in de oven, draai halverwege om.